<aside> 💡
Na een afgewezen offerte hebben ondernemers Tjalke en Dingeman de Jong (NIHW) en advocaat Herman Loonstein zowel juridisch als in de media ongefundeerde beschuldigingen geuit waarbij ze mijn naam en het bedrijf RGA BV hebben betrokken. Ten onrechte is beweerd dat een door hun bedrijf misgelopen offerte verband heeft gehouden met toegewezen orders aan RGA BV. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen oorzakelijk verband bestaat. Deze zaak heeft aanzienlijke media-aandacht gegenereerd, is in de Tweede Kamer besproken, is onderwerp van juridische procedures geweest en maakt zelfs onderdeel uit van het strafrechtelijk onderzoek Full Sutton. De beschuldiging is echter nergens op gebaseerd.
</aside>
De bedrijven NIHW en C.M. Loonstein Holding zijn teleurgesteld dat het ministerie van VWS en het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) in april 2020 hun offertes voor mondkapjes niet hebben geaccepteerd. Vanaf mei 2021 hebben ondernemers Tjalke en Dingeman de Jong (vader en zoon) van het bedrijf NIHW, samen met advocaat Herman Loonstein, veel media-aandacht gezocht voor hun afgewezen offerte(s). Loonstein vertegenwoordigde tegelijkertijd het bedrijf van een familielid, C.M. Loonstein Holding. Ze besloten de maatschappelijke onrust rond de "mondkapjesdeal" — de overeenkomsten tussen RGA BV en Mediq Nederland B.V. — aan te grijpen om hun ongenoegen te uiten. NIHW heeft zichzelf gepositioneerd als "gedupeerde" en vervolgens beweerd — zonder feitelijke onderbouwing — dat hun afwijzing verband hield met de latere overeenkomsten tussen Mediq en RGA BV. NIHW streefde naar een financiële vergoeding van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, met de stelling dat er, ondanks de afwijzing van hun offerte, al wel degelijk een overeenkomst was bereikt.
Deze klacht heeft uiteindelijk geresulteerd in een bodemprocedure tussen NIHW en de Staat. Op 21 februari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank wees alle vorderingen van NIHW tegen de Staat af. Volgens het vonnis heeft de Staat niet onrechtmatig gehandeld jegens NIHW. Bovendien oordeelde de rechtbank dat er geen causaal verband bestaat tussen het door NIHW gestelde onrechtmatig handelen van de Staat en de door NIHW geclaimde schade.
Met betrekking tot de vergelijking tussen de offerte van NIHW en de orders van RGA BV oordeelt de rechtbank in randnummer 4.15 dat NIHW geen enkele onderbouwing heeft geleverd voor enig causaal verband. De rechtbank oordeelt dan ook snoeihard dat uit niets blijt dat er een dergelijk causaal verband bestaat.
4.15 Voor zover NIHW stelt dat de Staat haar heeft benadeeld door met derden overeenkomsten te sluiten, geldt dat NIHW die stelling onvoldoende heeft onderbouwd. NIHW stelt dat er (in)direct causaal verband bestaat tussen het sluiten van de overeenkomst met RGA enerzijds en het afblazen van de overeenkomst dan wel de onderhandelingen met NIHW door de Staat anderzijds. Uit niets blijkt dat er een dergelijk causaal verband bestaat. De enkele omstandigheid dat, zoals NIHW stelt, beide evenementen op dezelfde dag hebben plaatsgevonden is daartoe onvoldoende, terwijl de Staat bovendien een legitieme en op zichzelf staande reden had om de onderhandelingen met NIHW af te breken, te weten de onvoldoende kredietwaardigheid van NIHW.
Boze ondernemer mag Sywert niet de schuld geven van mislopen mondkapjesmiljoenen
Ik ben, persoonlijk noch via mijn bedrijf RGA BV, betrokken geweest bij de beoordeling en uiteindelijke afwijzing van de offerte van NIHW bij het Landelijk Consortium Hulpmiddelen. Ik sta dus buiten het geschil tussen NIHW en het ministerie van VWS. Desondanks heb ik wel hinder ondervonden van de manier waarop NIHW, Tjalke de Jong en Herman Loonstein zich hebben opgesteld.
Aanloop Achteraf is mij duidelijk geworden, na het lezen van de stukken over NIHW in het strafrechtelijk onderzoek Full Sutton, dat Dingeman de Jong, namens NIHW, op donderdag 20 mei 2021 contact heeft opgenomen met Erik Gerritsen, de hoogste ambtenaar van het ministerie van VWS. Dit gebeurde vijf dagen na een eerste artikel in de Volkskrant over de overeenkomsten van RGA BV en Mediq op 15 mei 2021. In zijn e-mail stelt Dingeman de Jong dat NIHW sinds 7 april 2020 met het ministerie in gesprek was over de levering van mondkapjes. Na verscheidene gesprekken en toezeggingen over een gedaan aanbod is uiteindelijk geen order tot stand gekomen voor NIHW. De redenen hiervoor waren onder meer dat NIHW niet door een kredietwaardigheidscheck kwam en dat het Landelijk Consortium Hulpmiddelen niet bereid was de opdracht (volledig) vooruit te betalen vanwege het negatieve eigen vermogen van NIHW in een eerder jaar. Dingeman de Jong heeft een uitgebreid feitenrelaas aan zijn e-mail bijgevoegd. Daaruit volgt dat hij de “mondkapjesdeal” als startpunt neemt voor het schetsen van een soort complotverhaal voor een schadevergoeding: de orders van NIHW zouden zijn afgewezen omdat die van RGA BV waren toegewezen.
Op 2 juni 2021 reageert het ministerie van VWS op de e-mail van NIHW. Ze leggen uit dat er destijds geen overeenkomst met NIHW is geweest, dat het een hectische periode was, en de voorstellen van NIHW hadden zich gaandeweg nog hebben gewijzigd. Bovendien voldeed het aanbod van NIHW niet aan de voorwaarden. NIHW heeft volgens het ministerie van VWS nooit bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van hun laatst uitgebrachte offerte op 15 april 2020. Wat betreft de overeenkomsten met RGA BV heeft het ministerie van VWS verwezen naar de beantwoording van Kamervragen op 1 juni 2021.
Getuigenverhoren & juridisch wapengekletter van NIHW/Loonstein advocaten
Het antwoord van het ministerie van VWS in juni 2021 heeft NIHW niet tevreden gesteld. Op 24 september 2021 publiceert BNR Nieuwsradio een artikel getiteld "Ministers en Sywert van Lienden mogelijk onder ede gehoord". Advocaat Herman Loonstein zou, namens een "groep ondernemers" waaronder NIHW en bedrijven van familieleden, een verzoek hebben ingediend bij de rechtbank in Den Haag om getuigen te horen. In het artikel en bijbehorende radio-interview brengt de advocaat de zaak van zijn cliënten voortdurend in verband met mij als persoon. Mijn naam en foto worden ook bij het artikel gebruikt. Advocaat Herman Loonstein verzoekt om onder meer ministers Tamara van Ark, Hugo de Jonge, verschillende betrokkenen bij het ministerie, inkopers van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen en mij als bestuurder van RGA BV onder ede te horen. De verhoren zouden moeten gaan over de afwijzing van offertes of aanbiedingen van zijn cliënten door het Ministerie van VWS en de beweegredenen daarvoor. Het getuigenverhoor is afgewezen door de rechtbank. Hierover had ik ook niets kunnen verklaren, aangezien ik niet betrokken ben geweest bij deze hele kwestie. Wat BNR Nieuwsradio niet heeft vermeld, ondanks dat ze hierop gewezen zijn, is dat naast de ondernemers van NIHW ook familieleden van advocaat Loonstein bij de zaak betrokken zijn. In mijn ogen had deze advocaat dus ook een familiair belang, waarover hij niet transparant is geweest. De journalist in kwestie, Diederik de Groot, sart mij overigens al jaren online omdat we politiek van mening verschillen.
Na het lezen van het BNR-artikel heb ik contact opgenomen met Loonstein Advocaten. Ik heb hen telefonisch laten weten dat ik bereid was eventuele vragen te beantwoorden, voor zover ik relevante informatie zou kunnen verschaffen, en dat daarvoor geen getuigenverhoor nodig zou zijn. Ik had geen behoefte aan nóg een mediacircus over een zaak waarbij ik niet betrokken was, met alle bijbehorende kosten en perikelen. Een zoon van de advocaat deelde mij mee dat Herman Loonstein zijn middagdutje deed en later zou terugbellen. Ik heb nooit meer iets van hen vernomen.
Op 10 oktober 2021 verscheen er ook een artikel op de website van Loonstein Advocaten, getiteld "Ministers en Sywert van Lienden mogelijk onder ede gehoord". Ook dit artikel maakt meermaals een verwijzing naar mij als persoon om de aandacht te trekken, ondanks het feit dat ik geen rol heb gespeeld in de afwijzing van de offerte van de cliënten van Loonstein en er geen enkel feitelijk bewijs voor een verband tussen de afgewezen offerte van NIHW en de overeenkomsten van RGA BV naar voren wordt gebracht.
‘Ministers en Sywert van Lienden mogelijk onder ede gehoord’ - Loonstein Advocaten
Door de rechtbank is het gevraagde getuigenverhoor door C.M. Loonstein Holding in eerste instantie afgewezen in maart 2022. Het verzoek was simpelweg onvoldoende gemotiveerd: de conclusies waren al door de verzoeker getrokken, een getuigenverhoor zou daaraan niets meer toevoegen.
Na de afwijzing heeft advocaat Herman Loonstein namens NIHW juridische stappen ondernomen om te proberen bewijsbeslag te leggen bij het ministerie van VWS en voormalig minister De Jonge, zoals blijkt uit een uitspraak van de rechtbank in Den Haag op 7 april 2022. De uitspraak toont aan dat NIHW onterecht heeft gesuggereerd dat er een verband bestond tussen de afwijzing van hun offerte en de overeenkomsten die Mediq met RGA BV had gesloten. De rechtbank oordeelde tevens dat Loonstein of NIHW "niet voldoende had aangetoond dat er feiten of omstandigheden waren" die een dergelijk verzoek rechtvaardigden. Het verzoek werd afgewezen omdat de aanvrager simpelweg een verzoek bij het ministerie van VWS had kunnen indienen onder de Wet Open Overheid (voorheen: Wob). Dit vonnis is mij pas in een later stadium bekend geworden.
Na verlies in eerste aanleg is advocaat Loonstein namens zijn cliënten in hoger beroep gegaan. Op 22 november 2022 wees het Gerechtshof Den Haag alsnog een aantal voorlopige getuigenverhoren toe die de rechtbank eerder had afgewezen. Dit betrof voornamelijk direct betrokkenen. De rechtbank wees getuigenverhoren van anderen, waaronder mijzelf, af omdat onvoldoende was gemotiveerd wat zij zouden kunnen verklaren of hoe dit verband hield met de voorgenomen vordering van NIHW.
Tegen dit oordeel van het Gerechtshof is cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op 10 november 2023 uitspraak gedaan en de verdere klachten van advocaat Loonstein namens zijn cliënt(en) afgewezen.
Media Het onderwerp rond de afgekeurde offerte van NIWH heeft de nodige aandacht van de media gekregen. Dit is deels het gevolg van het optreden van ondernemer Tjalke de Jong en zijn advocaat Herman Loonstein in het tv-programma OP1 op 7 april 2022. Die avond stond in het teken van het debat in de Tweede Kamer met Hugo de Jonge over zijn betrokkenheid bij de zogenaamde "mondkapjesdeal". Met mijn foto prominent in beeld betoogde advocaat Loonstein dat zijn cliënt schade zou hebben geleden vanwege gemaakte afspraken tussen Mediq en het bedrijf RGA BV - en het mislopen van een deal door NIHW. Mijn naam is hierbij herhaaldelijk genoemd. Het programma Op1 heeft geen poging ondernomen om beide kanten van het verhaal te belichten of wederhoor toe te passen, voor of na de uitzending. Dit had zonder veel moeite kunnen plaatsvinden, aangezien ik regelmatig te gast was bij Op1, frequent contact had met politiek redacteur Marieke Smits die aan tafel zat, en omdat presentator Sven Kockelmann in mijn straat woont en mij in die periode af en toe belde.
https://www.youtube.com/watch?v=zWOrO8WrLIU&t=78s
Uitzending Op1, 22 april 2022:
Artikel Volkskrant 7 april 2022 De uitzending van Op1 volgde op een prominent geplaatst artikel in De Volkskrant die ochtend [7 april 2022] van journalisten Frank Hendrickx en Tom Kreling met als titel: “Bedrijf greep naast deal terwijl VWS in zee ging met Van Lienden”. Online is dit artikel gepubliceerd met de titel “Mondkapjesleveraar daagt staat voor de rechter om afzeggen deal na megaorder Sywert van Lienden”. In het artikel wordt vermeld dat het bedrijf NIHW het ministerie van VWS wil aanklagen voor een schadevergoeding. Kennelijk vond NIHW het opportuun om de aankondiging te doen op de dag dat de Tweede Kamer debatteerde over de (vermeende) betrokkenheid van Hugo de Jonge bij de mondkapjesdeal. De Volkskrant maakt die ochtend melding dat een offerte van NIHW zou zijn afgewezen en dat “NIHW ervan overtuigd [is] dat dit te maken heeft met de deal van Van Lienden”. Dit neemt de Volkskrant ook zelf over in de koppen boven het artikel. NIHW baseert deze bewering op het feit dat hun bedrijf vrijwel gelijktijdig een offerte had ingediend als RGA BV. NIHW laat echter onvermeld dat het ministerie van VWS mij had benaderd, niet andersom, en dat het ging om een aanzienlijk groter volume producten en een ander type mondkapjes. Het geschetste scenario klopt van geen kanten. Zowel advocaat Loonstein als De Volkskrant maken evenmin melding van het feit dat er in die periode tientallen gesprekken met diverse partijen gaande waren - waarbij met sommige partijen wél en met sommige partijen géén deal is gesloten. Elk oorzakelijk verband ontbreekt kortom, zoals de rechtbank later ook heeft vastgesteld. Kennelijk vond de Volkskrant dat kennelijk alsnog reden genoeg om mijn naam hierin te betrekken en geen hoor- en wederhoor toe te passen. De Volkskrant speelt het al een jaar op de man in de jacht op clicks. De hoofdredacteur van de Volkskrant verdedigt dit als een acceptabele redactionele keuze (”De krant speelt liever niet op de man, maar in het geval van Sywert van Lienden konden we niet om de man heen” Pieter Klok, 4 juni 2021). Het artikel van de Volkskrant is nimmer aangepast of aangevuld (bijvoorbeeld online), ook niet na de uitspraak van de rechtbank in 2024 waaruit het tegendeel is gebleken van hetgeen de Volkskrant heeft geschreven.
Mondkapjesleveraar daagt staat voor de rechter om afzeggen deal na megaorder Sywert van Lienden
Reactie LCH Rob van der Kolk, coördinator van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH), is één van de weinige betrokkenen die publiekelijk heeft gereageerd op de beschuldigingen van NIWH. Volgens Rob van der Kolk, heeft de gesloten overeenkomst met mij niets met de afwijzing van NIHW te maken. Volgens Rob van der Kolk zou de afwijzing door het LCH te maken hebben gehad met drie factoren: een te hoge prijs, een negatieve kredietwaardigheidscheck en een te hoge gevraagde aanbetaling.
“Volgens het toenmalige hoofd van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen, Rob van der Kolk, heeft de overeenkomst met Van Lienden niets met de afwijzing te maken. Het LCH kreeg de overeenkomst met NIHW wel voorgelegd door het ministerie, maar het consortium kon zelf beslissen of het die over zouden nemen. Omdat de voorwaarden niet voldeden aan de eisen van het LCH ging de deal niet door.” Bron: NOS, 8 april 2022
Haarlems bedrijf greep naast mondkapjesdeal, 'maar niet vanwege Van Lienden'