<aside> 💡 Op vrijdag 19 april 2024 is bij de Volkskrant een stuk gepubliceerd met de titel “Van Lienden en compagnons bedrogen ministerie wél bij mondkapjesdeal, zegt landsadvocaat nu” van journalist Frank Hendrickx. Het artikel wordt een paar dagen voor de rechtszitting in Amsterdam gepubliceerd. In het stuk wordt selectief gebruik gemaakt van fragmenten uit processtukken die door betrokkenen aan de Volkskrant zijn verstrekt, met als mogelijke doel de publieke opinie te sturen.
Van Lienden en compagnons bedrogen ministerie wél bij mondkapjesdeal, zegt landsadvocaat nu
</aside>
De Volkskrant heeft inzage gekregen via betrokkenen in processtukken van een zaak waarin ik mijzelf niet kan verdedigen wegens gebrek aan financiële middelen voor een advocaat. Noch Bernd Damme, noch Camille van Gestel, noch hun advocaten hebben deze processtukken aan de Volkskrant gelekt. Ook de Landsadvocaat (Pels Rijcken) zelf geeft aan deze stukken niet verstrekt te hebben aan de Volkskrant. Ofwel Stichting Hulptroepen Alliantie ofwel de cliënten die zich verenigd hebben rond advocaat Marcel Evers zijn daarmee de bron van de Volkskrant - veel andere smaken zijn er niet. Hierbij geef ik via deze post een reactie
Het artikel suggereert dat de Landsadvocaat (de advocaat van de Staat) van koers zou zijn veranderd in de beoordeling van de kwestie rondom de mondkapjesdeals, omdat er 'nieuwe informatie' naar boven zou zijn gekomen. Het betreft geluidsopnames van gesprekken die gevoerd zijn het Landelijk Consortium Hulpmiddelen en het ministerie van VWS. Deze “nieuwe informatie” zou naar voren gekomen zijn nadat de Landsadvocaat had gedreigd met dwangsommen van 25 duizend euro per dag, indien niet een lijst met 'geheime bestanden' (zo zegt de Volkskrant) zou worden overgedragen. Het betreft in realiteit echter informatie waarnaar al verwezen werd in openbare bronnen, en de geluidsopnames zijn meerdere malen aangeboden aan het ministerie van VWS. De informatie is daarbij al langere tijd bij diverse proces- en onderzoekspartijen bekend.
Het is correct dat landsadvocaat Pels Rijcken op 29 juni 2023 schriftelijk om specifieke documenten heeft gevraagd en daarbij heeft gedreigd met bewijsbeslag mocht er geen medewerking verleend worden (ex art. 843 Rv), inclusief bijbehorende dwangsommen van inderdaad €25.000 per dag. In reactie daarop is aangegeven dat wij bereid waren deze informatie te overhandigen, zonder het op een procedure aan te (willen) laten komen. Daarbij hebben we Landsadvocaat uitgenodigd tot een gesprek. Gelijktijdig liepen er namelijk ook al gesprekken met Stichting Hulptroepen Alliantie over een minnelijke regeling, waarover we de Staat wilden informeren. Deze gesprekken hebben vervolgens ook plaatsgevonden in de zomer van 2023. De gevraagde documenten zijn binnen twee weken verstrekt aan de Landsadvocaat. Een deel van de gevraagde documentatie bleek overigens al aanwezig te zijn bij het ministerie van VWS en/of al opgenomen te zijn in openbare Woo-publicaties van de Rijksoverheid zelf.
De informatie waarnaar de Volkskrant verwijst, draait om geluidsopnames van gesprekken met het Landelijk Consortium Hulpmiddelen en het ministerie van VWS. Deze gesprekken, die overigens niet door mij zijn opgenomen, hebben plaatsgevonden op 14, 15 en 17 april 2020. In deze periode hebben Bernd Damme, Camille van Gestel en ikzelf onderzocht of er niet alsnog een samenwerking kon worden opgezet tussen de Stichting Hulptroepen Alliantie en het LCH. Dit volgde nadat een eerste non-profit voorstel was afgewezen en er op 12 april 2020 expliciet een reguliere (commerciële) leveranciersrelatie was voorgesteld. Ondanks dit alles, heb ik destijds een nieuwe poging ondernomen om een alternatieve vorm van samenwerking te zoeken, op voorwaarde dat de overheid de risico's af zou dekken. Het ministerie en het LCH gaven over de bereidheid tot deze vorm van samenwerking tegenstrijdige signalen af, wat onjuiste verwachtingen wekte totdat het op 17 april 2020 definitief duidelijk werd dat de overheid of het LCH helemaal geen risico’s wenste af te dekken en partijen terug gekomen zijn op een reguliere (commerciële) leveranciersrelatie. Het is dus essentieel om deze informatie in de context van de totale tijdlijn te plaatsen. Deze informatie is ook te lezen in het onderzoeksrapport van Deloitte:
De informatie waarover de Volkskrant nu publiceert is niet bepaald "geheim", in tegenstelling tot wat de Volkskrant suggereert. De betreffende audiofragmenten zijn eerder al vrijwillig én expliciet aan het ministerie van VWS aangeboden. Ook zijn er transcripties aangeboden aan forensisch accountant Deloitte, die opgenomen zijn in conceptdocumenten van het onderzoek. Het bleek echter pas tijdens de laatste fase van hoor- en wederhoor dat deze informatie niet was opgenomen in het publieke concept-eindrapport van Deloitte. Daarop hebben we de geluidsopnames expliciet opnieuw aangeboden aan de onderzoeksleiding. Vanwege ervaren tijdsdruk vanuit het ministerie van VWS heeft Deloitte deze geluidsfragmenten niet willen aannemen en uitwerken. Dit gegeven is mijn inziens ten onrechte niet vermeld in het eindrapport. De geluidsopnames zijn daarbij al een tijdje in handen van verschillende onderzoeks- en procespartijen. Ze maken deel uit van het civiele procesdossier en het strafrechtelijk onderzoek. En onderzoeksjournalisten hebben toegang gekregen tot de opnames op aanvraag; helaas heeft dit niet tot een publicatie geleid. De informatie waarover de Volkskrant schrijft is kortom “nieuw” noch “geheim”.
Het ministerie van VWS heeft meerdere malen een aanbod afgewezenom deze specifieke geluidsfragmenten (waar de Volkskrant nu over bericht) te beluisteren of te ontvangen. Een goed voorbeeld hiervan was een bijeenkomst op het ministerie van VWS begin 2023. De directeur van de Programma Directie Openbaarheid, verschillende juristen en de directeur Programmadirectie Nafase COVID-19 (verantwoordelijk voor het Deloitte-onderzoek) waren hierbij aanwezig. Tijdens deze bijeenkomst zijn de audiofragmenten opnieuw aangeboden.
In dit gesprek heb ik aangegeven naar aanleiding van de structurele weigering van het ministerie van VWS om kennis te nemen van informatie “memo Palmen vibes” te krijgen (n.a.v. het PwC-rapport over de toeslagenaffaire). Letterlijk zeg ik: “Laten we gewoon de pleister eraf aftrekken, hup alles openbaar, krijgt u mijn spullen ook. Zit geen smoking gun in. Dus prima euh en gewoon netjes herstellen naar de Kamer van wat niet heeft geklopt. Nou ja, ik geef het ter overweging mee.” Deze opmerkingen komen na een eerder deel van het betreffende gesprek dat hieronder kan worden afgespeeld. In dit gesprek stel ik opnieuw voor om geluidsfragmenten te delen, maar dit voorstel wordt ook dan afgewezen (zoals de vorige keren). Het ministerie van VWS verwijst mij vervolgens door naar de parlementaire enquête over het coronabeleid. Hieronder is een deel van dat gesprek, opgenomen door het ministerie van VWS, te beluisteren:
Samengevat: het is niet juist te zeggen dat de opnames "geheim" waren, of dat ze niet aan de Staat zijn voorgelegd, of dat zij er geen kennis van hadden kunnen nemen. Het is ook niet juist om deze audiofragmenten te plaatsen in de periode komen waarin specifiek over de “mondkapjesdeal” met RGA BV is gesproken, tussen 18 en 22 april 2020. Het betreft informatie uit een eerdere tussenfase van gesprekken, voordat het voor mij volledig duidelijk werd dat een samenwerking tussen Mediq, het LCH, het ministerie van VWS, Coolblue en Stichting Hulptroepen Alliantie niet mogelijk was. Helaas is het mij meer dan eens duidelijk geworden afgelopen jaren dat het ministerie van VWS geen informatie wenst te ontvangen die meer helderheid kan verschaffen in dit dossier.
De Volkskrant publiceert ter illustratie van hun eigen stelling dat sprake zou zijn geweest van “bedrog” een fragment uit een gesprek van 14 april 2020, waarin gepoogd werd alsnog een samenwerking tot stand te brengen tussen het LCH, Mediq, het ministerie van VWS, Stichting Hulptroepen Alliantie en Coolblue (en andere partners):
“Zo blijkt bijvoorbeeld uit een heimelijk gemaakte opname van een gesprek met inkopers van de overheid dat iedereen ervan uitging dat het om een non-profitdeal zou gaan. Als een van de inkopers sceptisch is, zegt Van Lienden: ‘Wees blij, in godsnaam, dat er mensen zijn die dat voor de publieke zaak willen doen. Je kan hier ook echt wel miljonair van worden, als je dit goed doet.’”
Volkskrant, 19 april 2024
Het betreft hier een gesprek op 14 april 2020, geïnitieerd door het ministerie van VWS, met o.a. Rob van der Kolk, de leidinggevende van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen, en een tweede LCH-inkoper. In tegenstelling tot wat de Volkskrant schrijft, heeft dit gesprek niet plaatsgevonden in een “kantoorvilla” in “Hilversum”. Hoewel er eerder gesproken was over de voorkeur van het ministerie voor een reguliere (commerciële) levering boven een non-profit partnerschap (incl. het afdekken van bijbehorende risico’s), is er die dag door mij opnieuw een poging gedaan om een samenwerking tussen het Landelijk Consortium Hulpmiddelen, Mediq, het ministerie van VWS, Stichting Hulptroepen Alliantie en Coolblue (en andere partners) op te zetten. Rob van der Kolk geeft in het gesprek hiertoe zelf ook ruimte, door uit te spreken dat dit tweede distributiekanaal via Coolblue voor zorgverleners mogelijk (alsnog) een goed idee zou zijn en stelt zichzelf de vraag of ‘de politiek daar niet snel van overtuigd moest worden’.
Volgens De Volkskrant zou er "kort daarvoor" in een (heimelijk opgenomen) intern overleg zijn besproken hoe betrokkenen "(gillend) rijk" zouden kunnen worden. In september 2022 is door De Volkskrant aan de vooravond van de publicatie van het onderzoeksrapport van Deloitte een soortgelijk artikel geplaatst met gelekte geluidsfragmenten afkomstig uit een serie van heimelijk opgenomen gesprekken door projectmedewerkster Saskia van Huijgevoort. De Volkskrant vermeldt niet dat dit gesprek, twee dagen voor het gesprek waarvan zij nu quotes uitlichten, het resultaat was van een telefonisch voorstel van de overheid over een reguliere (commerciële) levering, net “zoals alle andere” leveranciers van het LCH. Het is van belang om te onderstrepen dat het de uiteindelijke overeenstemming van de betrokkenen tijdens dit interne en heimelijk opgenomen gesprek was om de volgende dag álsnog het ministerie van VWS te overtuigen om tóch in lijn met een eerder gedaan voorstel een non-profit distributiekanaal voor te stellen waarbij de risico's door de overheid zouden worden afgedekt. Met andere woorden: het voornemen was om eerst het eerder gedane voorstel te verdedigen, en pas als dat niet zou lukken te kijken naar het voorstel om als regulier leverancier op te treden, zoals voorgesteld door de overheid. Een persoon die, zoals vaak is gesuggereerd, opzettelijk de overheid probeert te misleiden om een zakelijke deal te kunnen sluiten, zou niet opnieuw een non-profit voorstel verdedigen nadat het al is afgewezen en het (gewenste) commerciële alternatief al door de wede partij is voorgesteld. Dit vreemde scenario heeft dan ook niet plaatsgevonden. Er zijn juist tegenovergestelde uitspraken gedaan, zoals blijkt uit het door Saskia van Huijgevoort heimelijk opgenomen gesprek op 12-13 april 2020, waaronder uitspraken als “we willen geen miljonair worden”.
Het is daarnaast niet correct om te suggereren dat inkopers van het LCH (zoals gesprekspartner Rob van der Kolk) dachten dat er acht dagen ná dit gesprek, en vele ontwikkelingen later, een overeenkomst zou worden gesloten met Stichting Hulptroepen Alliantie (een “non-profitdeal”) op basis van déze eerdere uitspraken die de Volkskrant nu publiceert. Zakendoen met een stichting óf een BV was voor Rob van der Kolk (coordinator LCH) simpelweg geen relevant beoordelingscriterium. Dit blijkt ook uit de uitspraken van Rob van der Kolk in diverse onderzoeken:
“Rob van der Kolk geeft aan dat het hem niet veel uitmaakte of het een BV of een stichting was, omdat hij toch geen deal wilde sluiten. Rob van der Kolk geeft ook aan dat hij het niet relevant vond dat RGA een commerciële BV was, omdat het LCH nou eenmaal zakendeed met commerciële BV’s.”
Rob van der Kolk, gespreksverslag Deloitte, 29 april 2022
Uit een reactie op een voorstel dat we eerder hebben gedaan op 13 april 2020 (een dag voor het gesprek op 14 april 2020), waarin het duidelijk is vermeld dat RGA contractpartner kon worden als de risico's bij de leverancier zouden liggen, blijkt ook Rob van der Kolk (Functionaris 1 LCH) dit voorstel heeft ontvangen en gelezen. Aan topambtenaar Mark Frequin, verantwoordelijk voor het LCH, appt Rob van der Kolk op 13 april 2020 om 22.13 's avonds over “een nieuwe BV” nadat hij het stuk heeft gelezen. Het was Rob van der Kolk dus duidelijk dat er in dit voorstel sprake was van “een nieuwe BV”.
bron: onderzoeksrapport Deloitte
Fragment uit betreffende spreekstuk waarover Rob van der Kolk Whatsappt naar Mark Frequin op 13 april 2020
Rob van der Kolk (coordinator LCH) heeft ook bij de FIOD verklaard dat het hem opviel dat er sprake was van de oprichting van een nieuwe BV, Relief Goods Alliance, in de dagen die volgden:
“Vraag [FIOD]: Op welke manier wel?
Antwoord [Rob van der Kolk]: Nou, later dus als Relief Goods Alliance BV. `He, we gaan een BV oprichten', hebben ze op een gegeven moment gezegd. Nou, dat was die Relief Goods Alliance in mijn beeld maar dat er ook nog een Hulptroepen BV was. Nee. Je deed geen zaken met Hulptroepen BV. Ja, ze zullen ergens een managementfee naartoe gehaald hebben en dat is dan in mijn hoofd misschien dat geweest maar je deed zaken met de stichting totdat er die Relief Good Alliance was."
Fragment uit proces-verbaal: Rob van der Kolk (coordinator LCH), FIOD, 4 maart 2022
Vóór de Volkskrant begon met het publiceren van artikelen over de mondkapjesdeal op 15 mei 2021, had Rob van der Kolk (coördinator LCH) daarnaast al aangegeven in interne e-mails dat "RGA" een reguliere leverancier was van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen. Rob van der Kolk benadrukte dat RGA als bedrijf niet gebonden was aan het principe van "geen winst oogmerk". Andere teamleden binnen het LCH herkenden zich daaarin.
De Volkskrant publiceert daarnaast, selectief, quotes uit gesprekken op 15 en 17 april 2020 over gesprekken op het ministerie van VWS.
“In het gesprek op 17 april herhaalt Frequin zijn voorstel: ‘Als wij een afname met jullie bespreken, betalen wij de hele zooi.’ En: ‘De risico’s hebben we afgedekt. Punt.’”
De Volkskrant, 20 april 2024
Uit het onderzoeksrapport van Deloitte blijkt dat de uitspraken zoals Mark Frequin die uitgesproken heeft op 17 april 2020 in de ochtend ongegrond waren, iets dat duidelijk werd na een tweede bijeenkomst bij het Landelijk Consortium Hulpmiddelen later die dag op 17 april 2020. Er werden geen risico's afgedekt (ondanks de toezeggingen), er kwam geen samenwerking met Coolblue en er was geen winstoogmerk (of: het beprijzen van risico’s) toegestaan als Hulptroepen Alliantie een partnerschap met het LCH zou aangaan. De gesprekken werden plotseling afgebroken in Leusden, toen Rob van der Kolk geïrriteerd een gesprek verliet toen hierover kanttekeningen werden geplaatst: waren zouden wij dit dan doen? Het was die avond duidelijk: er zou geen samenwerking komen tussen het LCH en Hulptroepen Alliantie, onder deze voorwaarden. De volgende ochtend zou ik voorstellen dat het ministerie van VWS zelf de inkoop en bijbehorende risico's zou gaan beheren. Toen ook dit voorstel werd afgewezen, kwam RGA BV in beeld in gesprek met het ministerie van VWS, naar aanleiding van gesprekken die eerder op 12/13 april 2020 waren gevoerd omdat deze BV wel risico’s kon lopen. Dit alles, na te lezen is in openbare informatie zoals het onderzoeksrapport van Deloitte, laat de Volkskrant (bewust) weg in het artikel.
Verschillende betrokkenen bij de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen hebben daarnaast in onderzoeken inmiddels bij herhaling aangegeven dat zij niet dachten dat het om een "non-profitdeal" ging, zoals de Volkskrant stelt.
Het feit dat de Landsadvocaat ervoor kiest om veel onderzoeksinformatie en het merendeel van de gedane uitspraken van het ministerie van VWS over de mondkapjesdeal te negeren in haar processtukken, en dat documenten nu gelekt zijn naar de Volkskrant, verandert daar weinig aan. De Staat misleidt op het punt van haar kennispositie over de mondkapjesdeal de rechtbank en de overige procespartijen, en procedeert in strijd met afgelegde verklaringen. Niet alleen ik ben van deze mening, maar dit wordt ook bevestigd door de advocaten van mijn tegenpartij, de claimstichting Hulptroepen, in een recent juridisch processtuk: “Daar komt bij dat de Staat heel goed weet dat de ingestelde vorderingen zijn gebaseerd op een -klaarblijkelijk politiek gemotiveerde- verdraaiing van de feiten, die eenvoudigweg niet vol te houden is.” De uitspraken van het ministerie van VWS in de Tweede Kamer zijn helder geweest, en gedaan na interne reconstructies en verrichte onderzoeken. Een kleine selectie:
“Maar ik heb al aangegeven dat wij intern al wisten wat de aard van het bedrijf was. In die hoedanigheid zijn er ook afspraken gemaakt.”
Minister Tamara van Ark, ministerie van VWS - pagina 37 - debat 3 juni 2021
"En als het een goede deal was, dan hadden we niet de luxe om te zeggen: dat doen we niet. Wij wisten dat RGA een bedrijf was. Wij gingen er bij VWS niet van uit dat RGA een nonprofitorganisatie was. Daarom kan ik op dat aspect niet zeggen dat dat niet conform de afspraken was, want dat waren ze en dat wisten we ook"
Minister Tamara van Ark, ministerie van VWS - pagina 35 - debat 3 juni 2021
"En zij hadden als Relief Goods Alliance een overeenkomst, en zij hebben conform die voorwaarden geleverd. Zij hebben dus conform de voorwaarden geleverd. Ik kan niet die overeenkomst nietig verklaren omdat er in de communicatie naar buiten toe iets is gezegd wat niet in die overeenkomst staat. In die overeenkomst was helder dat dit een bv was. Dus dat is mijn antwoord op die vraag.
Minister Tamara van Ark, ministerie van VWS - pagina 35 - debat 3 juni 2021
Notulen debat 3 juni 2021 - Ontwikkelingen rondom het coronavirus.pdf
Ook ná publicatie van het onderzoek van Deloitte is het ministerie van VWS dit blijven herhalen:
“Op het moment van de deal was dus duidelijk dat het RGA bv was. Dat RGA bv ook Sywert van Lienden was, was ook duidelijk. Het was ook duidelijk dat ze winst konden maken en dat het dus niet de eerdere stichting of de bv onder die stichting was.”
Minister Conny Helder, ministerie van VWS - debat 21 december 2022
Hijink (SP): ”Ik heb gevraagd of het ministerie op het moment dat de deal werd gesloten, op de 22ste, wist dat het zakendeed met die net opgerichte bv, die op 15 april is opgericht, en waar dus drie vennoten in zaten, waaraan ook winst kon worden uitgekeerd, wat uiteindelijk ook is gebeurd. Wist het ministerie op dat moment dat er met deze bv zaken werd gedaan? Dat is mijn vraag.”
“Het antwoord is ja. Dat had ik eerder in het debat al gecorrigeerd. Toen zei ik ook: ik heb kennelijk in mijn antwoord verwarring geïntroduceerd. Maar ja: het ministerie wist dat, en wist ook dat dat Sywert van Lienden was en dat er winst uitgekeerd kon worden. Nee, ik bedoel: dat er winst gemaakt kon worden.”
Minister Conny Helder, ministerie van VWS - debat 21 december 2022
“Op het moment van de deal was dus duidelijk dat het RGA bv was. Dat RGA bv ook Sywert van Lienden was, was ook duidelijk. Het was ook duidelijk dat ze winst konden maken en dat het dus niet de eerdere stichting of de bv onder die stichting was.”
Minister Conny Helder, ministerie van VWS - debat 21 december 2022
“VWS was er in ieder geval van op de hoogte dat er winst gemaakt kon worden en dat de RGA-bv ook de bv was van Sywert van Lienden. Dat was dus bekend.”
Minister Conny Helder, ministerie van VWS - debat 21 december 2022
Verslag van een commissiedebat, gehouden op 21 december 2022, over de Mondkapjesdeal (2).pdf
In de afgelopen jaren is er herhaaldelijk informatie door betrokken partijen gelekt. Ik heb er tot nu toe voor gekozen om daar niet op te reageren. Het heeft mij eerder terughoudend gemaakt in het delen van informatie, aangezien ik er helaas vanuit moet gaan dat alles wat bij een rechtbank is ingediend, selectief en in delen aan de pers wordt doorgegeven, wat voortdurend schade veroorzaakt. Gezien de huidige onzorgvuldige behandeling van de feiten door verschillende procespartijen, het ontbreken van hoor- en wederhoor, een eerlijk proces en het constante lekken naar de media, vind ik het nu noodzakelijk om feitelijk te reageren. Meer informatie volgt binnenkort.
Ten slotte, voor de duidelijkheid: de Volkskrant heeft geen poging ondernomen om contact met mij op te nemen met betrekking tot de publicatie van dit artikel en heeft geen hoor- en wederhoor gepleegd. Dit speelt al jarenlang. Deze vorm van journalistiek bedrijven vind ik persoonlijk onzorgvuldig, vooral als tegelijkertijd een persoon op de voorpagina wordt afgebeeld, de naam van iemand in de kop wordt gebruikt en het artikel is gericht op een persoon in plaats van een bedrijf. Het minste dat de Volkskrant in zo’n geval kan doen is de betrokkene in kwestie om een reactie vragen.
*Versie 20 april 2024
Sywert van Lienden*