08.46u - Artikel NRC en correspondentie ministerie van VWS: het LCH moet kopen wat het kan. Opdracht om voorraden aan te leggen. 's Ochtends verschijnt in NRC Handelsblad een artikel met de titel "Nederlandse inkoop mondkapjes gaat te traag". Het artikel van journalist Jorg Leijten meldt dat zorginstellingen en fabrikanten klagen over de gebrekkige en bureaucratische samenwerking tussen het ministerie van VWS en het Landelijk Consortium Hulpmiddelen, dat verantwoordelijk is voor de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen. Aanbieders stellen dat er te traag wordt besloten op gedane aanbiedingen, waardoor Nederland kansen misloopt op de wereldmarkt en de tekorten aan mondkapjes aanhouden. Volgens forensisch accountant Deloitte heb ik dit artikel gedeeld op mijn Twitter-account.
‘Nederlandse inkoop mondkapjes gaat te traag’
Fragment onderzoeksrapport Deloitte: ik zou die ochtend hebben getweet over dit NRC-artikel
Reactie binnen ministerie van VWS op artikel NRC Na het verschijnen van dit NRC-artikel hebben topambtenaar Birgitta Westgren (minVWS) en minister Martin van Rijn (minVWS) vanaf 08:46 uur via WhatsApp contact over het gesprek dat Westgren de dag ervoor met Mark Frequin (project-DG LCH) heeft gevoerd over de inkoop door het LCH. Westgren merkt op dat ook zij vindt dat het Landelijk Consortium Hulpmiddelen te weinig PBM inkoopt. Westgren signaleert dat het LCH alleen inkoopt wat "nodig lijkt". Westgren geeft aan dat zij liever ziet dat het LCH "bij wijze van spreken een jaarvoorraad" inkoopt. Minister Van Rijn is het hier volledig mee eens: "Dat kopen wat nodig is moet er echt uit. We kopen wat kan. Voorraden aanleggen!!” Later die ochtend (11:49 uur) zal dit WhatsApp-bericht van minister Van Rijn aanleiding zijn voor het ministerie van VWS om de opdracht "maximaal inkopen" nader toe te lichten aan Mark Frequin, project-directeur-generaal LCH (Rijksoverheid). Hiermee kan Frequin het LCH aansturen om de inkoop te vergroten. Deze ontwikkeling vormt mede de bestuurlijke context voor de verdere contacten met mij die dag.
Fragment Whatsapp Birgitta Westgren (minVWS) en minister Martin van Rijn (minVWS) (10 april 2020)
Aanloop: e-mail 9 april 2020 tussen Birgitta Westgren en Mark Frequin Een dag eerder, op 9 april 2020, vindt er al e-mailcorrespondentie plaats tussen Birgitta Westgren, directeur-generaal curatieve zorg VWS, en Mark Frequin, project-DG LCH. In haar e-mail meldt Birgitta Westgren dat een kennis wekenlang isolatiejassen heeft aangeboden die aanvankelijk niet zijn afgenomen. Westgren uit haar frustratie: "Het LCH koopt nog steeds niet maximaal in. Dat is wat we net bespraken en dat moeten ze echt wel doen." Birgitta Westgren pleit voor een drastische verandering in de aanpak van het LCH — van vraaggestuurde naar aanbodgerichte inkoop: "er geldt echt: hoe meer, hoe beter." Ze stelt dat het "overshooten" van de vraag geen probleem mag zijn. Daarnaast werpt Birgitta Westgren de vraag op of consortiumpartijen mogelijk andere zakelijke belangen hebben om de inkooprol van het LCH zo beperkt mogelijk te houden, zodat dit niet interfereert met hun reguliere bedrijfsvoering. Birgitta Westgren verzoekt Mark Frequin om deze inkopende consortiumpartijen hun belangen open op tafel te laten leggen, zodat daar een oplossing voor kan worden bedacht.
11.49u - overleg ambtelijke en politieke top ministerie van VWS over LCH Om 11:49 uur stuurt directeur-generaal curatieve zorg Birgitta Westgren (minVWS) een bericht aan minister Martin van Rijn over een gesprek dat hij gat voeren met Mark Frequin (project-DG LCH). Ambtenaren van het ministerie van VWS adviseren de minister om de instructie "maximaal inkopen" nader toe te lichten aan Mark Frequin, zodat hij dit kan gebruiken bij de aansturing van het LCH. Er wordt gemeld dat later die dag een voorstel volgt. Tevens wordt een vergadering voorgesteld op 16 april 2020 met de belangrijkste leveranciers van het ministerie van VWS en LCH. Minister Martin van Rijn (minVWS) geeft aan dat hij mogelijk op zaterdag 11 april 2020 de activiteiten en resultaten van het LCH tot nu toe publiekelijk wil delen, waarvoor hij een overtuigend verhaal nodig heeft ("moet daarvoor goed verhaal hebben vandaag"). Er lijkt druk te zijn om aan te tonen dat het ministerie van VWS actief werkt aan het verminderen van het tekort aan mondkapjes. Topambtenaar Birgitta Westgren waarschuwt minister Martin van Rijn echter dat de geboekte resultaten tot dat moment "nog echt beperkt" zijn.
Gesprek Jos de Blok (Buurtzorg) Op 10 april voer ik samen met Camille van Gestel een gesprek met Jos de Blok, oprichter en directeur van thuiszorgorganisatie Buurtzorg, en Buurtzorginkoper Sandra Jansema. We bespreken de voortgang van de leveringen van persoonlijke beschermingsmiddelen vanuit Van Gestels bedrijf aan Buurtzorg, evenals de actuele ontwikkelingen rond het gebruik van mondmaskers in de zorg. Dit onderwerp gaat De Blok en mij aan het hart, niet alleen vanwege de snelle toename van besmettingen onder kwetsbare personen via zorgverleners, maar ook vanwege de psychologische impact op zorgmedewerkers. Deze medewerkers moesten hun werk doen zonder beschermingsmiddelen en hebben zelf onvoldoende budget om deze aan te schaffen en te vervangen per cliënt — bij wie ze soms maar 10 tot 20 minuten zijn. Een wijkverpleegkundige verdient tussen de €13 en €20 per uur; twee- of driemaal per uur een mondmasker vervangen die het LCH en de overheid verkopen à €3,09 is dus onbetaalbaar.
Jos de Blok en ik menen dat de overheid destijds te veel focuste op ziekenhuizen, terwijl de wijkverpleging, verzorgingshuizen, huisartsen, fysiotherapeuten en anderen met frequenter contact met ouderen buiten beeld bleven. Een later gepubliceerd rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV) toont aan dat in deze sectoren meer dan de helft van de oversterfte tijdens de COVID-19-crisis plaatsvond. Jos de Blok en ik zijn ervan overtuigd dat er geen schaarste aan beschermingsmiddelen hoeft te zijn, mits er proactief, creatief en ondernemend wordt gehandeld. We zien allebei dat een proactieve aanpak aanzienlijk meer inkoop mogelijk maakt.
In dit telefoongesprek meldt Jos de Blok dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) hem dringend heeft verzocht de nieuwe RIVM-richtlijnen te volgen voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen in de wijkverpleging. Deze richtlijnen stellen dat bij veel handelingen geen beschermingsmiddelen nodig zijn en dat slechts bij enkele handelingen chirurgische mondmaskers van lagere kwaliteit volstaan. Jos de Blok vertelt mij dat de IGJ meldingen heeft ontvangen van regionale concurrenten. Hun medewerkers kregen geen beschermingsmiddelen via crisisstructuren en kocht zelf niet in, terwijl Buurtzorg-medewerkers die wel van hun werkgever ontvingen. Het verzoek van de IGJ — zo Jos de Blok mij die dag vertelt en later nog meermaals zal bevestigen — is om te stoppen met het verstrekken van de beter beschermende KN95- en FFP2-maskers aan wijkverpleegkundigen. Dit om jaloezie en discussie bij andere zorginstellingen te voorkomen.
Jos de Blok vindt het onbegrijpelijk dat de IGJ heeft besloten om in plaats van minimumrichtlijnen nu maximumrichtlijnen voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen vast te stellen en deze te handhaven. Buurtzorg had al vroeg in de COVID-19-pandemie zelf testen en persoonlijke beschermingsmiddelen geregeld, die volgens De Blok relatief gemakkelijk buiten de officiële overheidskanalen verkrijgbaar waren. Hij bood destijds het ministerie van VWS aan om gebruik te maken van Buurtzorg's internationale netwerken, onder andere in Azië, omdat de inkopers van de overheid zich toen vooral richtten op de afnemende voorraden in West-Europa. Dit aanbod is ook bevestigd in een interview met De Blok in NRC op 14 april 2020. Één van de leveranciers van beschermingsmiddelen aan Buurtzorg is de eenmanszaak van Camille van Gestel, Mediation Leiden. De contacten voor de geleverde mondmaskers aan Buurtzorg waren eerder al door Van Gestel aangeboden aan het ministerie van VWS en het LCH in maart 2020. Deze hebben echter geen gebruik gemaakt van de aangeboden contacten. Het verbaast dan ook dat diezelfde overheid later dan gaat handhaven op “te goede” bescherming voor zorgverleners.
Waarom handhaaft een overheid in een pandemie op privaat goed werkgeverschap? Het was voor zowel Jos de Blok als mij onbegrijpelijk waarom de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een thuiszorgorganisatie zou aanmoedigen om tijdens een pandemie minder goede bescherming aan werknemers te bieden. Het was belangrijk om wijkverpleegkundigen niet alleen functionele, maar ook psychologische bescherming te bieden. De zorg was op dat moment zelf een potentiële besmettingsbron geworden, waarbij het COVID-19 virus via zorgmedewerkers kon worden overgedragen aan ouderen, kwetsbaren en zieken.
In die periode gingen hartverscheurende verhalen rond over zorgmedewerkers die vreesden hun eigen cliënten te hebben besmet, wat soms tot ernstige ziekte of overlijden leidde. Door deze medewerkers optimaal te beschermen met persoonlijke beschermingsmiddelen, werd niet alleen de continuïteit van de zorg gewaarborgd, maar werd ook de medewerkers de psychologische veiligheid geboden dat ze er alles aan hadden gedaan om COVID-19-overdracht naar patiënten te voorkomen.
Dit aspect werd destijds niet meegenomen in het beleid van het RIVM en de IGJ. Zij handelden voornamelijk vanuit het perspectief van een vermeende schaarste aan persoonlijke beschermingsmiddelen en gaven daarbij ziekenhuizen voorrang, met alle gevolgen van dien.
Ochtendoverleg ministerie van VWS: De Jonge en Van den Dungen Bas van den Dungen (secretaris-generaal minFin) heeft bij de FIOD heeft verklaard dat er op vrijdagochtend 10 april 2020 een dagelijks crisisoverleg plaatsvond binnen het ministerie van VWS, waarbij zowel ministers als topambtenaren aanwezig waren. Mijn naam kwam ter sprake tijdens meerdere overleggen, waaronder dit overleg op 10 april 2020. Aanwezigen wilden weten of het klopte dat ik aan mondkapjes zou kunnen komen, zoals zij zouden hebben gelezen via mijn Twitteraccount. Bas van den Dungen gaf aan bereid te zijn om telefonisch contact met mij op te nemen ter verificatie. Hierbij moet ik opmerken dat ik, in tegenstelling tot wat Bas van den Dungen in dit fragment verklaart, tot 10 april 2020 niet in de media ben verschenen over het onderwerp "mondmaskers". Mogelijk heeft hij mij verwisseld met iemand anders of momenten in de tijd verwisseld.
“We hadden op 10 april een... We hadden iedere dag crisisoverleg op VWS. Daar zaten we met de drie bewindslieden, een aantal DG's [red: directeur-generaal] en een aantal mensen die met de crisis bezig waren. In dat overleg is op een gegeven moment ook aan de orde gekomen dat Van Lienden, via de media, via Twitter en allerlei kanalen, liet weten dat hij de mogelijkheid had om aan mondkapjes te komen. Toen is in dat overleg gezegd van 'kan iemand daar nou eens gewoon contact mee opnemen want we willen weten hoe het zit, of het echt zo is en, eerlijk gezegd, we hebben er best wel last van, politiek last van'. Ja, en toen heb ik gezegd van dan ga ik hem wel bellen. Eigenlijk zo is het letterlijk gegaan, dat heb ik op die 10e april geprobeerd en uiteindelijk heb ik hem ingesproken en te pakken gehad.” Fragment proces-verbaal getuigenverhoor Bas van den Dungen, FIOD (24 maart 2022)
Uit een ondertekend gespreksverslag van minister Hugo de Jonge bij forensisch accountant Deloitte blijkt dat ik op 10 april 2020 in een afstemmingsoverleg ben genoemd. Minister De Jonge geeft aan dat mijn tweet over thuiszorgorganisatie Buurtzorg de aanleiding was om Bas van den Dungen opdracht te geven contact met mij op te nemen. De langdurige zorg, waaronder de thuiszorg, viel onder Minister De Jonge’s politieke verantwoordelijkheid. Verder blijkt uit de verklaring dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) inderdaad het gebruik van hoogwaardige mondmaskers in de thuiszorg handhaafde, omdat deze volgens minister Hugo de Jonge naar de ziekenhuizen moesten. De Jonge vermeldt dat minister Martin van Rijn hierover met de IGJ heeft gesproken om "maatwerk" toe te passen. In het overleg zou ook ter sprake zijn gekomen dat "VWS zich zorgen maakte over een initiatief van SvL [Sywert van Lienden] dat concurrerend was aan het LCH". Ook minister Hugo de Jonge heeft verklaard dat ik in de media aanwezig was en daar uitspraken zou hebben gedaan over het ministerie van VWS, terwijl ik op dat moment in de tijd niet in de pers mijn mening heb verkondigd.
Rondje langs de huisartsen en apothekers Aan het begin van de middag maak ik een ronde langs apotheken en huisartspraktijken in mijn buurt. Coolblue is op zoek naar zorgverleners die als "testklant" bij Coolblue een bestelling willen plaatsen. Door proactief eropuit te gaan, wil ik Coolblue helpen om huisartspraktijken te vragen of zij hieraan willen meewerken. Daarnaast ben ik ook benieuwd of ze een tekort aan mondkapjes hebben en of ze problemen ondervinden bij het bestellen via hun gebruikelijke kanalen. De uitkomst van dit rondje: ik bezoek vier huisartsenpraktijken en drie apotheken, en iedereen geeft aan dat er een totaal gebrek aan beschermingsmiddelen is. Ook een huisartsenpost die normaal gesproken via Mediq bestelt, kan niks meer bestellen. Mijn vaste huisarts deelt mee dat hij het spreekuur zal moeten sluiten en nog slechts 18 mondkapjes van slechte kwaliteit heeft. Als reactie hierop ga ik naar huis, verzamel de resterende mondkapjes die ik nog heb liggen vanuit alle samples die ik heb verzameld, en keer terug naar de huisartsen en apothekers om deze – kosteloos – uit te delen. De huisartsen reageren opgelucht en gaan de mondkapjes direct verdelen onder andere huisartsenposten om ten minste oudere patiënten te kunnen blijven zien op het spreekuur. Het benadrukte voor mij het belang van het snel organiseren van mondkapjes. Die middag deel ik het verhaal met Camille van Gestel en Bernd Damme, en stel de vraag of we niet sneller actie moeten ondernemen, omdat het opzetten van een webshop met Coolblue traag verloopt. Er zijn o.a. problemen met het bestelproces, waardoor de bouw van de website (opnieuw) vertraging oploopt.
Whatsapp Camille van Gestel, Bernd Damme & Sywert van Lienden
Whatsapp Camille van Gestel, Bernd Damme & Sywert van Lienden
Whatsapp Camille van Gestel, Bernd Damme & Sywert van Lienden
18.19 uur - Opdrachtmail ministerie van VWS aan project-DG Mark Frequin en opvolging Om 18:19 uur stuurt Birgitta Westgren, directeur-generaal curatieve zorg, op verzoek van minister Martin van Rijn een e-mail aan Mark Frequin (project-DG LCH) met als onderwerp "Opdrachtmail inzake LCH". Deze mail was eerder die dag om 11:49 uur via WhatsApp aangekondigd aan minister Van Rijn. In de e-mail aan Frequin wordt verwezen naar een gesprek tussen Westgren en Frequin eerder die middag. In de cc staan onder anderen minister Van Rijn, secretaris-generaal Erik Gerritsen en DG Marcel van Raaij. De e-mail betreft een "verduidelijkende opdrachtmail" voor het maximaal inkopen van persoonlijke beschermingsmiddelen, waarbij het LCH niet langer haar inkoopprognose moet richten op een voorraad van drie maanden. De e-mail vermeldt onder andere:
“Hierbij de “verduidelijkende opdrachtmail” waarin we - zoals net besproken en op verzoek van de minister - de verwijzing naar 3 maanden voorraad uit de mail hebben gehaald omdat dit onbedoeld een hobbel zou kunnen creëren bij het steeds maximaal inkopen van PBM.”
en
"Het Consortium heeft zich bereid verklaard op grote schaal PBM in te kopen en door te leveren en te factureren aan zorgaanbieders, Het streven hierbij dient steeds te zijn om maximaal in te kopen (ook kleinere partijen)."
Naast de opdracht om maximaal in te kopen, krijgen Mark Frequin en het LCH ook de taak om mondmaskers in te kopen die voldoen aan Chinese (KN95) en Amerikaanse (FDA) certificeringen.
Daarnaast moet de doorlooptijd voor de behandeling van binnenkomende leads worden verkort. Het doel is dat het LCH voortaan binnen 48 uur een aanbieder informeert over de beslissing tot aankoop, na ontvangst van testresultaten van persoonlijke beschermingsmiddelen. Het ministerie van VWS zegt toe capaciteit vrij te maken om het LCH in de komende veertien dagen (11-25 april 2020) te ondersteunen bij de communicatie met kansrijke aanbieders van persoonlijke beschermingsmiddelen. Uit de opdrachtmail blijkt dat het ministerie van VWS vindt dat het LCH nog niet optimaal functioneert. Kansrijke leads moeten sneller worden opgepakt, en het ministerie zet zelf ook een stap vooruit om de inkoopproblematiek van het LCH versneld op te lossen. Al deze aspecten zullen later ook impact hebben op de inkoop van mondmaskers bij RGA BV.
Uit een e-mail van 12 april blijkt dat Mark Frequin (project-DG LCH) op vrijdag 10 april 2020 met Rob van der Kolk (coördinator LCH) heeft gesproken over de opdracht van Birgitta Westgren aan het LCH om maximaal in te gaan kopen. Rob van der Kolk heeft deze e-mail intern binnen het LCH verspreid onder een vijftiental mensen, met de opmerking: “Zie hieronder de opdracht zoals nu aan ons verstrekt is”.
"Hierbij in de mail de bevestiging van de afspraak die wij vrijdag al maakten mbt inzet van het LCH. Op verzoek van de minister is expliciet bij 1 opgenomen dat de wens is maximaal in te kopen zonder daar op dit moment een datum aan te verbinden. Het is een opdracht aan mij zoals jullie zien, die ik zal hanteren in de aansturing en facititering door mij van het LCH. Met dank voor jullie inzet Mark”
- E-mail:
Verschil in opvattingen LCH/VWS Het LCH en het ministerie van VWS hadden op dat moment verschillende opvattingen over de benodigde hoeveelheid persoonlijke beschermingsmiddelen. Deze kwestie stuit onder andere op weerstand bij Rob van der Kolk (coördinator LCH) en Pieter Völker (teamlead Trade LCH, Mediq). Bij de FIOD verklaart Mark Frequin over dit meningsverschil tussen het LCH en het ministerie van VWS:
"lk had alleen de opdracht om meer persoonlijke beschermingsmiddelen naar Nederland toe halen. Het was laveren tussen ergernissen. Het was mijn opdracht om persoontijke beschermingsmiddelen in te kopen. U vraagt mij of dit vertaald is in de opdracht: "kopen, kopen, kopen". Dat klopt.”
In hetzelfde verhoor bij de FIOD geeft Mark Frequin aan dat de overeenkomsten die Mediq twaalf dagen later op 22 april 2020 zal sluiten met RGA (Camille van Gestel, Bernd Damme en mijzelf) in lijn lag met de opdracht die het ministerie van VWS op 10 april 2020 aan hem had gegeven. Deze opdracht hield in, zoals Mark Frequin ("functionaris 2 VWS") bij Deloitte heeft verklaard, dat elke aanbieding moest worden geaccepteerd en dat zowel de hoeveelheid persoonlijke beschermingsmiddelen als het aantal leveranciers moest worden verhoogd.
In een door het ministerie VWS opgestelde “tijdlijn persoonlijke beschermingsmiddelen” wordt de opdracht “kopen, kopen, kopen” als volgt nader geduid:
”Er zijn momenten dat het LCH berekent dat er genoeg in bestelling is, maar dat de politiek de beslissing maakt om alsnog extra PBM aan te kopen om geen risico’s te lopen op nieuwe tekorten. Die roep is er niet alleen vanuit de Kamer. Omdat het over het welzijn van zorgmedewerkers gaat, heeft de minister er uiteindelijk liever miljoenen te veel, dan honderd te weinig. Iedereen moet immers voldoende veilig kunnen werken en zich veilig voelen.”
Namiddag - ophogen budget LCH Om de opdracht van minister Martin van Rijn aan het LCH om "maximaal in te kopen" mogelijk te maken, wordt op 10 april 2020 het mandaat voor de voorfinanciering van Mediq verhoogd met €350 miljoen tot €550 miljoen. Het werkelijke inkoopbudget ligt overigens hoger, omdat Mediq in die periode ook ingekochte voorraad zal verkopen, wat een kasstroom genereert die vervolgens ook kan worden ingezet voor de inkoop. Financieel adviseur Pieter van Marken (VWS) hierover:
“Uit het voorstel wordt duidelijk dat de behoefte aan beschermingsmaterialen met vele onzekerheden is omgeven, maar dat het - gelet op verschillende risico’s en de noodzaak om over voldoende beschermingsmaterialen te beschikken - van belang is de komende periode de inkoopinspanningen niet te temperen. Eens met better safe than sorry”.
Secretaris-generaal Erik Gerritsen (minVWS) heeft vervolgens per e-mail akkoord gegeven op het verhogen van het budget van Mediq voor de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen, zo blijkt uit onderzoek van forensisch accountant Deloitte.
Het LCH wordt geïnformeerd dat er €350 miljoen aan extra financiële ruimte is vrijgemaakt om de opdracht van "maximaal inkopen" uit te voeren. Dit roept de vraag op bij welke leveranciers deze bestellingen zullen worden geplaatst. Binnen het LCH bestaat een voorkeur om dit budget te besteden bij reeds bekende leveranciers. Relevant daarbij is dat verschillende gedetacheerde inkopers bij het LCH bestellingen plaatsen via hun eigen bedrijven of via bestaande zakenrelaties.
Opdracht geven aan het LCH: koop álles de komende 48 uur Rob van der Kolk (coördinator LCH) heeft bij forensisch accountant Deloitte verklaard dat er vóór het Paasweekend, waarschijnlijk vrijdag 10 april 2020, een bijeenkomst was waarin het LCH de opdracht kreeg om de komende 48 uur "elke deal te sluiten". Van der Kolk benadrukte daarbij dat er "geen restricties" waren en kwaliteit "niet belangrijk was". Elke deal moest simpelweg gesloten worden. Hij meldde tevens dat hij sterke bemoeienis ervaarde vanuit het ministerie van VWS (MvRa is directeur-generaal Marcel van Raaij van het ministerie van VWS). En dat het ministerie van VWS in sommige gevallen ook vond dat het LCH op aanbiedingen in moest gaan om gedoe te voorkomen. Rob van der Kolk vond dat naar eigen zeggen frustrerend, maar legde zich daar bij neer.
17.58 uur - delen situatie in Whatsappgroep In de namiddag van 10 april 2020 deel ik mijn gesprek met Jos de Blok (Buurtzorg) in de appgroep "Operation Crisis Relief". Diverse groepsleden uiten daarop hun afkeuring over de geschetste situatie. Om 18:27 uur deelt Saskia van Huijgevoort een schrijnend bericht over haar oudoom, die eenzaam zal overlijden in een verpleeghuis. Dit bericht onderstreept voor mij opnieuw de tragische consequenties van het tekort aan adequate beschermingsmiddelen.
19:06 uur - Hugo de Jonge stuurt Twitterberichten door Om 19:06 uur stuurt minister Hugo de Jonge (minVWS) aan politiek assistent Bart van den Brink berichten over twee Tweets die ik heb geplaatst. Minister Hugo de Jonge slaat aan op het woord “inspectie” in deze Tweet en wil weten over welke zorginstelling dit gaat en of de spullen daadwerkelijk aan de overheid zijn aangeboden:
Fragment Whatsapp minister Hugo de Jonge / politiek assistent Bart van den Brink