<aside> 💡 In april 2024 heb ik voor mijzelf het besluit genomen om publiekelijk via een website een toelichting te geven over de kwestie die bekend staat als "de mondkapjesdeal". Op deze pagina verduidelijk ik de redenen waarom ik tot deze beslissing ben gekomen. De komende periode zal ik via de website www.mondkapjesdeal.info informatie delen met geïnteresseerde lezers.

</aside>

   Beste lezer,
  1. De tijd is aangebroken om de kwestie van "de mondkapjesdeal" open en bloot op tafel te leggen. Met deze website wil ik, Sywert van Lienden, alle geïnteresseerden en betrokkenen informeren, verantwoording afleggen en een bron van informatie aanbieden. Het is mij onmogelijk gemaakt, zoals ik zal toelichten, om mijzelf in twee aanstaande civielrechtelijke procedures te verdedigen, om via die weg de feiten op tafel te leggen. Daarom kom nu met de website mondkapjesdeal.info
  2. Vooraf wil ik één ding helder maken: het uitleggen van deze situatie moet niet worden opgevat als een poging om mijzelf als "slachtoffer" te presenteren. Het is ook niet mijn bedoeling om iemand anders ergens "de schuld" ergens van te geven. Ik wil overzicht in de situatie aanbrengen. En mijn hoop, zonder enige verwachting, is dat anderen mogelijk hun medeverantwoordelijkheid voor de inmiddels ontstane situatie kunnen lezen (voor zover zij zich hier mogelijk niet van bewust zijn) en hopelijk ook hun eigen aandeel hierin (durven) erkennen zodra zij zicht hebben op het geheel aan feiten, zodat dit hoofdstuk op enig moment voor íedereen een keer afgesloten kan worden.

Aanleiding: berichtgeving in de media 3. In april 2020 heeft medische groothandel Mediq Nederland B.V. (Mediq) via het bedrijf Relief Goods Alliance B.V. (RGA B.V.) tweemaal 20 miljoen mondkapjes besteld ten behoeve van een levering aan het Landelijk Consortium Hulpmiddelen. Deze twee overeenkomsten, die in wezen slechts een paar A4'tjes beslaan, staan sindsdien bekend als "de Mondkapjesdeal". 4. Op zaterdag 15 mei 2021 heeft de Volkskrant een stuk gepubliceerd over deze twee overeenkomsten die RGA B.V., het bedrijf waar ik bestuurder en aandeelhouder van ben, met medische opdracht Mediq Nederland B.V. heeft gesloten. Het artikel vormde het begin van een inmiddels jarenlange heksenjacht. De publicatie in de Volkskrant was gebaseerd op (doelbewust) gelekte documenten afkomstig van betrokkenen rondom het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH). Het artikel werd gepubliceerd terwijl er op dat moment op de achtergrond twee vertrouwelijke en deels overlappende accountantsonderzoeken naar de bedrijven RGA B.V. en naar Bunzl gaande waren. Bunzl was partner in het LCH en werkzaam als inkoper én de moedermaatschappij van twee leveranciers van het LCH: Majestic en King. Medewerkers van Bunzl werden beschuldigd van het heimelijk regelen van kickbacks en waren betrokken bij beide dossiers (zij waren o.a. betrokken als accountmanager en bij de kwaliteitscontroles bij de leveringen van RGA). De concept-bevindingen werden ter voorinzage aangeboden aan betrokkenen begin mei 2020, waarbij duidelijk werd: er waren géén onregelmatigheden geconstateerd bij RGA BV, en wél bij Bunzl. Een paar dagen na de publicatie van de Volkskrant, in het kader van de jaarlijkse parlementaire Verantwoordingsdag (19 mei 2020), zou de Algemene Rekenkamer daarnaast een kritisch rapport uitbrengen over onrechtmatigheden en een gebrek aan financieel beheer bij het ministerie van VWS in relatie tot uitgaven in de coronacrisis. Ik had in maart 2020, dus twee maanden voor het artikel, een vertrouwelijk en kritisch gesprek (althans, dat dacht ik) met een lid van de Rekenkamer in mijn eigen kantoor over mijn ervaringen met het LCH en de Dienst Testen (prestigeprojecten waarbij dezelfde topambtenaar en minister aan het hoofd stonden, een topambtenaar die zelf een week eerder geïnterviewd werd in de Volkskrant). Naar aanleiding van kritische opmerkingen van mij over de kosten en opzet van de testsamenleving waren Kamervragen gesteld. Mijn kritische houding in allerlei dossiers werd niet gewaardeerd. Dit, in combinatie met een al langer sluimerend ongenoegen binnen het LCH bij sommigen over de orders van RGA B.V., inclusief diverse conflicten op de achtergrond waar ik niks van af wist, leidde tot het artikel in de Volkskrant. Dit artikel over de Mondkapjesdeal creëerde vervolgens een mediastorm van ongekende proporties. Naar de aanleiding is nimmer echt goed onderzoek gedaan.

[De geheime coronadeals van Sywert van Lienden](<https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/de-geheime-coronadeals-van-sywert-van-lienden~b2dff054/>)

[Ministerie van VWS gaf onrechtmatig miljarden uit aan coronamateriaal](<https://nos.nl/artikel/2381368-ministerie-van-vws-gaf-onrechtmatig-miljarden-uit-aan-coronamateriaal>)

- ***19 mei 2020 - Verantwoordingsdag***
  1. De twee overeenkomsten, die samen de Mondkapjesdeal vormen zijn in feite slechts een paar A4'tjes groot, maar vormen al jarenlang aanleiding voor maatschappelijke discussies, journalistieke artikelen, onderzoeken, boeken, documentaires, bedreigingen, beschuldigingen, beschimpingen en juridische procedures, met aanzienlijke persoonlijke gevolgen voor veel mensen, waaronder mijzelf. Het dossier omvat nu vele duizenden pagina's. Het is een complex geheel aan informatie geworden, waar betrokkenen naar eigen inzicht selectief uit putten en informatie aan toevoegen.
  2. Vanaf het moment van publicatie in de Volkskrant in mei 2021, en ook in het jaar daarvoor, ben ik in veel van deze verhalen als persoon ongewild het onderwerp geworden van talrijke beschuldigingen. Alle aandacht heeft vanaf het begin op mij als persoon gelegen, en niet zozeer op het bedrijf waar ik onderdeel van uitmaak. Ondanks pogingen om zaken uit te leggen, zowel publiekelijk als direct met betrokkenen, is wat ik als verklaring gaf grotendeels genegeerd of in twijfel getrokken. Vaak gingen deze gesprekken uit van vooraf getrokken conclusies. Of, zodra de ene beschuldiging was weerlegd, volgde al snel weer de volgende. Zelden ben ik benaderd met de vraag: "wat is er nu daadwerkelijk gebeurd?".

Gevolg: juridische procedures en gebrek aan middelen tot verweer 7. Op 22 april starten de civiele procedures van de Staat en Stichting Hulptroepen Alliantie tegen RGA B.V., Camille van Gestel, Bernd Damme en mijzelf, evenals tegen een aantal met ons verbonden rechtspersonen. Het is de afgelopen weken duidelijk geworden dat de Staat en Stichting Hulptroepen Alliantie ook vorderingen tegen elkaar hebben ingediend, aangezien ze elkaar niets gunnen (zowel in de procedure als in gesprekken op de achtergrond). Deze procedure bevat de nodige misleidende processtukken die vol feitelijke onjuistheden staan die bedoeld zijn om de rechtbank te overtuigen vorderingen toe te wijzen aan ofwel de Staat, ofwel de claimstichting. Dit gegeven, een verwijt, vermeld ik niet lichtzinnig. Civiele partijen zijn verplicht in juridische procedures de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren (art. 21 Rv). Het is werkelijk verontrustend te zien hoe ver sommige partijen, inclusief de Landsadvocaat, bereid zijn te gaan, gewapend met bijna ongelimiteerde financiële en menselijke middelen, in een poging om te voldoen aan de politieke druk om de Staat of de Stichting te laten winnen, ten koste van de waarheid, ten koste van de feiten, en ten koste van een partij die zich niet kan verweren. Door deze misleidende processtukken, kan ik er (ook) niet op vertrouwen dat de rechter een evenwichtig oordeel kan geven waar het mij aan gaat omdat in de procedure geen vorm van hoor- en wederhoor met mij zal plaatsvinden, en de zaak niet volledig en waarheidsgetrouw door de Staat en de stichting aan de rechtbank is voorgelegd. Een rechtbank zal een oordeel moeten vellen op basis van het aangeleverde dossier, en het is voor mij gewoon niet mogelijk om mijn verhaal daar te presenteren. 8. Ik verkeer in een moeilijke financiële situatie, aangezien er zowel strafvorderlijke als conservatoire beslagen zijn gelegd op ál mijn vermogensbestandsdelen, privé en zakelijk, en ook latere gelden op mijn rekening in beslag worden genomen. Het vinden van een advocaat die mij op een andere manier wil vertegenwoordigen in civielrechtelijke zaken is lastig, aangezien complexe handelszaken geen liefdewerk oud papier is. Zonder het betalen van griffierechten en zonder een (verplichte) advocaat, kan ik niet deelnemen aan het rechtssysteem of een rechtszaak. Mijn omgeving kan de aanzienlijke kosten voor een advocaat ook niet dragen. De items die een mens normaal gesproken zou verkopen, zijn al in beslag genomen of verkocht. Het totaalbedrag van de gelegde beslagen, ongeveer 29 plus nog eens 32 miljoen euro, overschrijdt mijn (bedrijfs)vermogen vele malen, wat de situatie uitzichtloos maakt. 9. Mijn verwachting als “burger”, als ieder ander, was voorheen altijd dat een rechtbank, ongeacht de omstandigheden, een plek zou zijn waar je de kans krijgt om jouw kant van het verhaal te presenteren als je door een ander beschuldigd wordt. Een plek waar je de mogelijkheid hebt feiten naar voren te brengen, vragen te stellen en zaken te laten onderzoeken. En waar je een objectief, luisterend oor en oordeel vindt. Het is dan ook essentieel dat iedereen, inclusief iemand die tegelijkertijd in conflict is met de Staat via zowel het strafrecht als het civielrecht, toegang heeft tot juridische bijstand. Iedereen is immers onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Juist wanneer je in verschillende (langdurige) procedures verstrikt raakt, zou toegang tot het recht en een equality of arms, als een fundamenteel rechtsbeginsel, gegarandeerd moeten zijn. Dit alles staat ook beschreven in het Verdrag van de Europese Rechten van de Mens (EVRM art. 6). De werkelijkheid is echter anders. 10. In het verleden had ik de wat naïeve verwachting dat toegang tot recht altijd verzekerd was in een rechtsstaat. Deze verwachting heb ik moeten bijstellen. De mogelijkheid om juridische hulp te krijgen, al is het maar basaal om in een rechtbank te kunnen verschijnen, is de laatste jaren steeds meer beperkt. Je kunt als ondernemer heel lelijk tussen wal en schip vallen, wat iedere instantie erkent, maar waar vervolgens niemand wat aan kan doen (zegt men) vanwege gebrek aan ruimte in “de regels”. De aanzienlijke kosten van deze civiele zaken belemmeren deelname aan civiele procedures. Dit komt onder andere door de hoge griffierechten die betaald moeten worden (minimaal 3x €5.737 = €17.211). Alleen al deze kosten voor toegang tot een proces, in feite een toegangsbewijs, zijn voor mij onbetaalbaar. Het is daarnaast verplicht in Nederland om een advocaat aan te stellen in een civielrechtelijke procedure, omdat het niet toegestaan is om zelf processtukken te schrijven (art. 79 Rv). Maar kosten van het inhuren van een advocaat die zich in de situatie kan inlezen, advies kan geven en een verweerschrift kan opstellen is onbetaalbaar in een complexe zaak als deze. Zonder een advocaat, doe je niet mee in een procedure. En als je niet meedoet, verlies je (in principe). 11. Ook als er wél eventjes een oplossing lijkt te komen, wordt deze hoop weer snel teniet gedaan. Ter illustratie één voorbeeld. In september 2023 heeft het Openbaar Ministerie €100.000 vrijgegeven uit het beslag op mijn persoonlijke holding. Deze middelen werden vrijgegeven om mij (noodzakelijkerwijs) te kunnen verweren tegen een civielrechtelijke dagvaarding van Stichting Hulptroepen Alliantie, in verband met het langlopende strafrechtelijk onderzoek en het ontbreken van enig alternatief. Het Openbaar Ministerie besloot hiertoe nadat ik grondig de ernst van de situatie had uitgelegd, de ingewikkelde juridische samenloop van omstandigheden en het gebrek aan alternatief. Vervolgens heeft het bestuur van Stichting Hulptroepen Alliantie, inmiddels enkel nog een claimstichting (aangesteld op verzoek van het OM), dat geld subiet weer in beslag genomen in een procedure achter gesloten deuren bij de rechtbank, waardoor ik mij vervolgens niet kon verweren in de procedure tegen diezelfde stichting. Het is Kafka in de polder. De voorzitter van het bestuur van deze stichting is nota bene een advocaat en de twee overige bestuursleden twee juridisch geschoolde hoogleraren (die werkzaam waren bij het Openbaar Ministerie en als adviseur van het ministerie van VWS). Gewezen op de omstandigheden, verwijzen zij mij door naar de rechtbank. Ik moet maar een procedure starten tegen deze beslaglegging. Waarbij zij zich zeer bewust zijn van het feit dat geld ontbreekt om een dergelijke stap te kunnen bekostigen. Op deze manier wordt iemand financieel uitgeput, binnen de formele regels en middelen die de rechtsstaat kent, en daarmee in feite kapot geprocedeerd. 12. Als gevolg van het doelbewust onthouden en ontbreken van juridische bijstand dreig ik civielrechtelijk veroordeeld te worden, zonder een kans op een eerlijk proces. Deze situatie zet mijzelf en mijn omgeving onder aanzienlijke druk. Zeker omdat er óók nog een strafrechtelijk onderzoek loopt en omdat het kwetsbaar voelt mijn kant van het verhaal te delen omdat ik daarover slechts hoongelach verwacht en je de kans loopt dat deze informatie gebruikt wordt in nieuwe procedures en aanklachten.

Noodzaak van de feiten en het bereiken van oplossing 13. Vanaf het begin heb ik mij gerealiseerd dat de situatie pas echt duidelijk(er) zou worden als er een onafhankelijk onderzoek naar de feiten zou komen. Ik ben mij zeer bewust geweest van de vele politieke, juridische, bestuurlijke, zakelijke en persoonlijke krachten die een rol spelen het dossier, niet zelden gedreven door rancune, dubbele agenda’s of (reputationele) belangen van direct of indirect betrokken personen en organisaties. Maar feiten zijn feiten, ongeacht wat media, politici, opinieleiders of mensen ook beweren of geloven. Daarom heb ik uitgebreid meegewerkt aan verschillende onderzoeken, waaronder die van Deloitte en het Openbaar Ministerie. Ik heb bewust ruimte gegeven aan deze onderzoeken en geen publicaties gedaan om ze niet te verstoren, zodat de onderzoekers onafhankelijk, in alle rust en vrijheid, gesprekken konden voeren met de betrokkenen. 14. De afgelopen jaren heb ik daarnaast geduldig tijd en moeite gestoken in het voeren van gesprekken met verschillende partijen en individuen en gekeken waar het binnen mijn mogelijkheden en verantwoordelijkheid lag om zaken op te lossen. Ik waardeer de vele partijen en personen die in gesprek gebleven zijn, waarbij begrip is ontstaan of waarin zaken zijn uitgesproken. 15. Ik heb ook bij herhaling overleg gevoerd met zakelijk dienstverleners en overheidsinstanties om hun voortdurende behoefte aan informatie en vragen te beantwoorden, waarbij ik uitgebreid uitleg heb gegeven over tal van zaken. Door het gebrek aan openbare informatie, of door het niet lezen van de bestaande informatie, moest dit keer op keer geheel van voren af aan gebeuren. Dit heeft in de afgelopen jaren enorm veel tijd gekost, tijd waarin ik niet in staat was om weer iets te trachten op te bouwen voor mijzelf en mijn gezin. 16. Er zijn echter ook erg veel belanghebbenden die niet openstaan voor dialoog. Enkelen van hen hebben ook beschuldigingen naar voren gebracht, via de media of met juridische middelen. Sommigen van hen hebben aangifte gedaan, in sommige gevallen zelfs aangemoedigd door het Openbaar Ministerie of een advocaat of cabaretier die zich roerde in de media. 17. Het is duidelijk dat er binnen deze groep een algemeen moreel gevoel bestaat dat het verdiende geld van het bedrijf RGA BV, waarvan ik bestuurder en mede-aandeelhouder ben, naar een andere partij zou moeten gaan. De meningen variëren over wie precies dan de ontvanger van dit geld zou moeten zijn. Dit heeft geleid tot een juridisch geschil tussen verschillende partijen richting onder andere mij, maar ook richting elkaar. Vaak missen deze partijen een duidelijk overzicht van de situatie en baseren ze zich op zaken zoals mediaberichten, bestaande processtukken of uitspraken van derden, wat de zoektocht naar een aanvaardbare oplossing complex maakt, omdat hiermee eerst elke keer opnieuw de feiten moeten worden vastgesteld, terwijl de feiten zelden compleet gepresenteerd worden en daarmee relevante context ontbreekt.